Mariska, onze eerste puberpleegdochter, nam vorige week contact met me op en vroeg waarom ik nog nooit geblogd had over haar zoontje. Door haar vraag kwamen onmiddellijk de herinneringen aan onze pleegbaby naar boven. Wat we gezegd hadden dat we nooit zouden doen, deden we toch. Vijf jaar geleden werden we crisisgezin voor een pleegbaby.
Mariska
Voor Mariska waren wij crisisgezin nadat ze was weggelopen uit haar perspectiefbiedend pleeggezin. Ze verbleef als dertienjarige bij ons in afwachting van een plaatsje in een leefgroep. Het waren 7 moeilijke maanden waarin ik halsstarrig probeerde om Mariska op te voeden en haar te behoeden voor stommiteiten en het ‘slechte pad’. Mariska heeft mij toen vooral geleerd dat een opvoeding met straffen en belonen absoluut niet werkt bij een puber met een hechtingsstoornis.
Toen Mariska 17 was, verbleef ze in een besloten leefgroep waaruit ze regelmatig wegliep. Ze werd zwanger. In die periode ging ik af en toe bij haar op bezoek en soms nam ze contact op na een wegloopactie en mocht ik haar terug naar de jeugdinstelling brengen. Tijdens een van onze autoritten vertelde ze dat haar begeleiding niet verwachtte dat ze zelf voor haar kindje zou kunnen zorgen.
Worden wij crisisgezin?
In de auto heb ik vaak diepgaande gesprekken. Waarschijnlijk omdat je niet tegenover elkaar zit, maar naast elkaar en in dezelfde richting kijkt. Het is een intieme omgeving, afgesloten van de buitenwereld, een veilige cocon.
Ik kon eerlijk tegen haar zeggen dat ik eveneens dacht dat het heel moeilijk zou worden voor haar. Op dat moment kon ze toegeven dat ze het zelf ook niet zeker wist dat het haar zou lukken om echt goed voor haar baby te zorgen. We bespraken de mogelijkheden voor als het mis zou gaan. Ik kan me echt niet herinneren of ze vroeg of wij voor haar kindje wilden zorgen of dat ik het aanbood, maar in elk geval spraken we toen af dat ik met mijn man zou overleggen of wij crisisgezin wilden zijn voor haar baby.
Alhoewel mijn man altijd heel stellig had gezegd dat hij nooit of te nimmer een luier zou verschonen en dus pertinent geen kinderen in huis wilde die niet zindelijk waren, twijfelde hij geen seconde. Als het nodig was, zouden wij als crisisgezin het kindje van Mariska opvangen. Niet perspectief biedend, dat had ik met Mariska al besproken, maar wel tot er een goede oplossing uit de bus kwam. We wilden absoluut vermijden dat haar baby in een ziekenhuis of CKG (instelling) zou terecht komen.
De bevalling
Een paar weken voor de bevalling, werd Mariska geplaatst in een leefgroep voor tienermoeders bij ons in de buurt. Ik ging af en toe bij haar op bezoek en zorgde ervoor dat ze voldoende babykleding, geboortekaartjes en doopsuiker (traditie in België, cadeautje voor de kraamvisite) had.
Op een avond kreeg ik telefoon van Mariska. Met een klein stemmetje vertelde ze dat ze in het ziekenhuis was omdat de weeën begonnen waren. Ze was alleen. Haar begeleidster had haar ‘afgezet’ en haar vriendje was er nog niet. Ze had haar zusjes gebeld, maar die konden die avond niet naar haar toe komen. Heel mijn moederhart schreeuwde: ‘Dat kan toch niet! Zo’n jong meisje kan hier toch niet alleen voor staan.‘ Dus bood ik haar aan om naar het ziekenhuis te komen. Ze nam mijn aanbod gretig aan.
Ik was erbij toen baby S. ter wereld kwam.
Toen haar zusjes aankwamen, ging ik naar huis. Ik ging in de weken die daarop volgden een paar keer op bezoek, eerst in het ziekenhuis, daarna in de leefgroep voor tienermoeders.
Het telefoontje
Drie weken later werd ik gebeld vanuit de leefgroep.
‘Inge, het gaat niet goed met baby S. Zijn gewicht is nog steeds onder zijn geboortegewicht en iedereen maakt zich ernstig zorgen. Mariska stemt in met een vrijwillige plaatsing van haar baby bij jullie. Geldt jullie aanbod als crisisgezin nog?’
‘Euch ja. Vanaf wanneer moeten we hem opvangen?’
‘Van zodra je hem kunt komen halen.’
Bam. Ik haalde even diep adem en dacht na. De volgende ochtend had ik nog een afspraak in Brussel, die wilde ik liever niet op het laatste moment afzeggen. Daarna zag ik geen obstakels meer in onze agenda. Toen mijn man in ik besloten om crisisgezin te worden, hadden we er voor gezorgd dat er telkens één van ons beiden van huis uit werkte, zodat er altijd iemand thuis was.
‘Ik kan er morgen, net na de lunch zijn. Is dat oké?’
9 maanden in 24 uur
Ik had heel bewust nog niets in huis gehaald voor baby S. Ik was bang dat ik door vooraf alles te regelen een soort van self-fulfilling prophecy zou bewerkstelligen. En alhoewel ik vreesde dat Mariska het niet zou redden, wilde ik dat niet. Ik hoopte van ganser harte dat Mariska zelf voor haar baby zou mogen zorgen.
Ik had al wel met mijn hulptroepen overlegd en wist bij wie ik wat zou kunnen halen. Die avond ging ik bij een vriendin het eerste deel van de babyuitzet ophalen. Met mijn nichtje sprak ik de volgende ochtend af, voor mijn vergadering.
Voor mij was het ondertussen 16 jaar geleden dat ik voor een baby gezorgd had. Mijn nichtje, bij wie ik als jonge tante nog regelmatig de luiers verschoond had, zat nog middenin de kleine kinderen. Als een ‘echte Vandeweege’ nam ze het heft in handen. Op en rond haar tafel stond een volledige babyuitzet klaar, de dingen waar ik om gevraagd had en nog een heleboel meer. Ze overliep met mij of ik overal aan gedacht had. Ik kreeg een snelcursus draagdoek knopen en een snelcursus inbakeren. Met een hoofd vol informatie en een koffer vol spullen, reed ik naar Brussel.
Nadat ik, heel professioneel, een opleidingscontract onderhandelde en beklonk, dronk ik nog een kop koffie met de dames van mijn afspraak. Toen drong tot mij door wat er stond te gebeuren en zei ik: ‘Ik ga zo meteen een baby ophalen die een tijdje bij ons komt wonen’. Ze keken me stomverbaasd aan …
Thuiskomst
Gelukkig was de pleegzorgbegeleider van Mariska toen ze bij ons woonde, nu ook de begeleider van baby S. Het afscheid was voor Mariska hartverscheurend en daardoor voor mij ook. Op zo’n moment haalt mijn begrip voor de biologische ouders van een pleegkind mij bijna onderuit.
Met de tranen in mijn ogen stapte ik met baby S. en een reiskoffertje naar mijn auto. Het was hetzelfde koffertje waarmee Mariska 4 jaar eerder bij ons vertrokken was. Het koffertje dat ik voor haar gekocht had. In dat koffertje had ze nu de spulletjes van haar baby ingepakt.
Thuis aangekomen, haalde ik baby S. uit de Maxi-Cosi. Ik hield hem tegen mij aan en hij begon te spugen, met grote golven, hij en ik zaten helemaal onder het spuug. Ik was alleen thuis, de schone kleren, het verzorgingskussen en het babybadje zaten nog in de koffer van mijn auto.
Na mijn eerste ontsteltenis, moest ik lachen en zei: ‘Oké mannetje, jij dacht zeker laten we haar maar direct van haar roze wolk afhelpen en duidelijk maken wat een baby verzorgen echt inhoudt’. Ik heb hem veilig geparkeerd op een handdoek, haalde de uitzet uit de auto en ging aan de slag.
Hoe het verder gaat lees je in ‘We werden pleeggrootouders van een baby’.
Ben je geïnteresseerd in crisispleegzorg? Lees dan ook deze blogs:
- Pleegpuber zoekt een thuis.
- Crisispleegkind op komst. Wat nu?
- Pleegkind loslaten. Hoe lang mag hij blijven?
- Op zoek naar een perspectiefbiedend gezin.
- Lars staat op de wachtlijst.
- Contact met het ex-pleeggezin behouden. Ja of nee?
- Perspectiefbiedend gezin voor Lars gevonden.
- Lars is verhuisd naar zijn perspectiefbiedend pleeggezin.
Of het positief ervaringsverhaal van S. in dit blog.
Wil je nieuwe blogs niet missen? Abonneer je dan op dit blog (naast of onder dit blog) of volg de Facebookpagina Inspiratie voor Pleegouders.
Geef een reactie