Waarom moeten we als pleegouders inzetten op hechting?
Pleegkinderen hebben vaak een slechte emotieregulering en soms ernstige gedragsproblemen als gevolg van onveilige hechting.
Onveilige hechting zorgt voor wantrouwen naar volwassenen
Als ouders sensitief en responsief reageren op de behoeften van een baby of jong kind, komt er een veilige hechting tot stand. Een veilig gehecht kind heeft vertrouwen als basisgevoel. Het voelt: ‘Ik ben oké en jij bent oké, want als ik je nodig heb, ben jij er voor mij. Ik ben dus de moeite waard.’ Als gevolg van verwaarlozing zijn pleegkinderen vaak onveilig gehecht. Een onveilig gehecht kind denkt: ‘Als ik je nodig heb, dan ben je er niet. Ik kan jou niet vertrouwen en ik ben dus blijkbaar niet de moeite waard.’ Het kind mist basisvertrouwen.
Door onveilige hechting voelt een kind zich minderwaardig
Een onveilig gehecht kind voelt zich vaak minderwaardig en heeft meestal een laag zelfbeeld. Als je een negatief zelfbeeld hebt, geloof je niet in je eigen kunnen. Je vindt jezelf niet goed genoeg en denkt dat anderen ook negatief over jou denken. De positieve dingen van jezelf zie je dan gemakkelijker over het hoofd. De negatieve dingen vallen je juist harder op. Een lage zelfwaardering uit zich vaak in onzekerheid en zich snel afgewezen voelen. Het kan echter ook tot meer boosheid en woede-uitbarstingen leiden.
Ontwikkelingsproblemen op sociaal en emotioneel gebied
De gedragsproblemen als gevolg van onveilige hechting die we vaak zien bij pleegkinderen zijn: niet kunnen gehoorzamen, claimend gedrag, geen nabijheid of andere uitingen van liefde kunnen verdragen, allemansvriendjesgedrag, extreem pleasen, snel gefrustreerd zijn, zich snel afgewezen voelen en manipulatief gedrag.
Een veilige hechting is belangrijk om ernstige ontwikkelingsproblemen te voorkomen. Een gehechtheidsrelatie van het kind met zijn pleegouder(s) vormt een solide basis voor het kind van waaruit het kan gaan ontwikkelen.
Waarom werkt ‘gewoon’ opvoeden niet bij en kind met onveilige hechting?
Ben ik je liefde niet waard?
Bij een hechtingsproblematiek is een ‘gewone’ of zogenaamd positieve opvoeding een valkuil. Ouders die deze voorwaardelijke opvoedingsstijl hanteren, geven hun kind bijvoorbeeld meer aandacht wanneer het flink is of zich netjes gedraagt. Bij een slechte prestatie of negatief gedrag gaat de ouder het kind negeren. Zo laat de ouder het kind aanvoelen dat het in de fout ging. Deze aanpak bevestigt het kind in zijn idee dat het niet oké is. Want eerst moet het kind veranderen, pas dan is het goed of flink.
Kinderen krijgen zo het gevoel dat ze de liefde van papa of mama niet waard zijn omdat ze niet flink, braaf of goed zijn. Ze voelen zich dan minderwaardig of soms ronduit slecht. Op deze manier is het voor een kind met een laag gevoel van eigenwaarde, heel moeilijk om zelfwaardering op te bouwen.
Wat als ik niet flink, lief of slim ben?
Ook complimenten geven of gewenst gedrag belonen komt de eigenwaarde van een kind niet altijd ten goede. Sterker nog, wanneer je beloont met persoonsgerichte feedback zoals: ‘wat ben je flink’, ‘wat ben je lief’ of ‘zie je wel dat je slim bent’, kan dat een kind nog onzekerder maken. Het kind gaat zich dan afvragen wat er gaat gebeuren wanneer het iets niet direct kan of fouten maakt. Als het kind faalt, heeft het immers niet meer het gevoel dat het lief, flink of slim is. Veel pleegkinderen laten daarom na een compliment, net weer het ongewenste gedrag zien.
Hoe kan je als pleegouder zorgen voor een veilige hechting?
Bieden wat het kind nodig heeft
Het is belangrijk dat het pleegkind ervaart dat je in je rol als ouder te vertrouwen bent. Dat doe je door voorspelbaarheid en grenzen aan te bieden. Door duidelijke grenzen te geven en die te handhaven ervaart je pleegkind dat jij hem aankunt. Je pleegkind moet er eveneens op leren vertrouwen dat jij in staat bent om voor hem te zorgen. Daarom is het belangrijk om sensitief en responsief op de behoeftes van je pleegkind te reageren. Behoeftes die jonge kinderen moeilijk onder woorden kunnen brengen zijn: veiligheid, voeding, slaap, geborgenheid en aanraking. Naast deze basisbehoeftes hebben ze ook nood aan: erbij horen, geaccepteerd worden, spelen en plezier maken, zichzelf kunnen en mogen zijn, serieus genomen worden en gezien worden.
Nooit afwijzen of uitsluiten
Let op dat je een pleegkind dat boos is of agressief doet niet afwijst. Maak liefst geen gebruik van time-outs. Deze zogenaamde milde straf isoleert het kind en geeft als boodschap ‘Ik wil pas bij je zijn wanneer je je goed gedraagt’. Het kind denkt dan weer: ‘Jij bent niet oké en ik ben niet oké’. De boodschap die je wel wilt geven is: ‘Ik ben er voor je, vooral wanneer je het moeilijk hebt en al je gevoelens mogen er zijn’. Wij zeggen heel vaak: ‘Ook als je boos of verdrietig bent, houden we van je’ en ‘Ook als je iets gedaan hebt wat niet mag, houden we van je’. We kunnen dit niet vaak genoeg herhalen.
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat we agressief gedrag niet stoppen of er geen consequenties aan verbinden. Zorg er voor dat je bij confrontaties in staat bent om rustig en onbewogen te blijven. Wanneer jij de controle verliest en gaat roepen of afdwingen, zal je pleegkind je nooit leren te vertrouwen. De uitdaging bij de opvoeding van onveilig gehechte pleegkinderen is om duidelijke grenzen aan te bieden op een liefdevolle manier. In de videoreeks ‘Hoe help ik mijn kind met gedragsproblemen?‘ vind je die aanpak.
Tegelijkertijd met het inzetten op een veilige hechting, moeten we traumasensitief opvoeden en zorgen voor een goede ontwikkeling van de prefrontale cortex.
Ik blog regelmatig over het thema hechting. Door op het onderwerp “hechting” onder de blog te klikken, vind je meer blogs over dit thema.
Boekentip
Maar wat is er nodig om die hechte band met een kind op te bouwen? En wat betekent dit in het dagelijks leven? In het boek ‘Alles Kids’ van Joriene de Vos vind je concrete tips voor de verschillende leeftijdsfasen.