
Lars, onze weekendpleegzoon, logeert een weekje bij ons omdat het paasvakantie is. De eerste anderhalve dag verloopt vlekkeloos, Lars voelt zich goed en gedraagt zich prima. Maar dan speelt hij een lang spelletje monopoly dat zo spannend is dat zijn emmertje vol raakt. Als het spelletje afgelopen is zoekt hij ruzie met Ryan, hij raakt snel gefrustreerd als iets niet lukt en hij verandert in een tikkende tijdbom. Wat nu?
Sterke emoties vullen het emmertje
Sommige kinderen zijn sneller overprikkeld dan andere. Je zou kunnen zeggen dat hun emmertje meestal al redelijk vol zit en dat er niet zo heel veel druppeltjes bij kunnen voor het overloopt.
Een gezelschapsspelletje zoals monopoly is een fantastische verbindende activiteit maar het roept natuurlijk ook heel wat emoties op. De spanning of iets wel of niet gaat lukken, de teleurstelling als iets niet lukt of als je verliest en de blijdschap als je geluk hebt of wint zijn maar een paar voorbeelden. Lars speelt intens geconcentreerd en gaat door de rollercoaster van emoties. Dat zijn allemaal extra druppeltjes in zijn emmer. Met wat hulp van mijn man, lukt het Lars goed om zijn zelfbeheersing te behouden maar na ongeveer een uur wordt hij moe. Mijn man rondt het spel af en de beide jongens lijken tevreden.
Veilige omgeving = ontlading zoeken
Lars gaat naar de speelhoek en bouwt verder met LEGO aan zijn project. Hij kan een stukje niet vinden en raakt gefrustreerd. Hij zucht en moppert. Ryan wil helpen en zoekt even mee, maar kan het stukje evenmin vinden. Hij geeft Lars wat ongevraagd advies over hoe hij kan voorkomen een stukje kwijt te raken. Hiervan raakt Lars helemaal over zijn toeren en hij vliegt uit tegen Ryan. Ik grijp in en los het op, maar twee minuten later speelt zich ongeveer hetzelfde scenario af. Ryan doet zijn best om geduldig en behulpzaam te zijn, maar moet het weer ontgelden.
Op dat moment besef ik dat Lars zijn emmertje vol is. Zijn frustratietolerantie is naar het nulpunt gezakt waardoor hij klaagt en een kort lontje krijgt. Ik besef dat hij het echt moeilijk heeft en het conflict opzoekt om zich te kunnen ontladen.
Ik weet dat het een compliment is dat Lars zich bij ons laat gaan, maar gemakkelijk is het niet. Lars is in het bijzijn van ‘vreemden’ het ideale kind, hij is charmant, behulpzaam en schattig. Maar in de veilige omgeving die we bij ons thuis gecreëerd hebben, durft Lars zichzelf wel te laten zien met alles er op en er aan.
Als het emmertje vol is moeten we helpen
Als eerste roep ik Ryan bij me. Ik leg hem uit wat er met Lars aan de hand is en stel hem voor om zich terug te trekken. Ryan begrijpt mijn verhaal van het volle emmertje en heeft al voldoende ervaring met het gedrag van Lars om te weten dat hij het nu toch niet goed kan doen in de ogen van Lars. Hij kiest er voor om zijn koptelefoon op te zetten terwijl hij verder bouwt met LEGO. Op die manier wordt hij onbereikbaar voor Lars.
Lars hoort wat ik zeg tegen Ryan en dat kalmeert hem. Ik vermoed dat het hem deugd doet dat er geen veroordeling in mijn woorden zit. Ik heb namelijk vertelt dat Ryan vroeger soms ook een vol emmertje had en dat we hem daar ook bij geholpen hebben.
Tips om het emmertje te legen
- Tekenen, knutselen, boetseren, schilderen en andere vormen van creatief bezig zijn, zorgen ervoor dat de emoties een uitweg krijgen. Lars gaat uit zichzelf aan zijn knutseltafeltje staan en begint te knippen.
- Een rustig plekje waar het kind zich terug kan trekken, helpt om tot rust te komen. Er staat in onze woonkamer een speeltentje waarin Lars zich terug kan trekken. Deze keer kiest hij echter voor het knutseltafeltje. Ik creëer de noodzakelijke rust voor hem door hem te zeggen dat hij nu best even kan stoppen met praten en dat het goed voor hem is om zelf bezig te zijn. Soms moet ik de Time-Timer gebruiken om dat duidelijk te maken, maar deze keer lukt het zonder. Om de ruimte zo prikkelarm mogelijk te maken, zet ik de radio uit. Als het bij jou thuis druk is, kun je het kind dat rust nodig heeft eventueel een koptelefoon opzetten.
- Responsitief en sensitief reageren op de frustraties verlaagt het stressniveau. Lars is als baby en dreumes verwaarloosd geweest, als zijn frustratietolerantie zakt, zit hij vast in het gevoel dat hij er alleen voor staat en dat hij niets kan. Terwijl hij aan het knutselen is, krijgt hij het twee keer moeilijk. Eén keer omdat hij iets niet kan vinden en één keer omdat iets niet lukt. Beide keren schiet ik te hulp om zijn probleem samen op te lossen, zodat hij kan ervaren dat hij er niet alleen voor staat Als zijn emmertje vol is, is onze prioriteit om hem te laten ontstressen. Dit is niet het moment om hem leren doorzetten.
- De natuur brengt ontspanning. Als ik na een half uurtje naar de tuin ga, vraag ik of hij mee wil. Hij geeft het keukenafval aan de kippen en raapt eitjes, we geven de plantjes in de serre water, wij kijken naar de bijtjes die ijverig stuifmeel verzamelen en we bestuderen de stampers en meeldraden van verschillende tulpen.
- Lekker bewegen (trampoline springen, schommelen), een ontspannend geurtje, een douche of knuffelen (met een huisdier) kunnen eveneens helpen om het volle emmertje te legen.
Driftbui om te ontladen
Net voor de lunch krijgt hij toch nog een korte driftbui. Lars moet kiezen tussen het pastarestje van gisterenavond en één boterham of geen pastarestje en twee boterhammen. De combinatie van een lege buik, een lage frustratietolerantie en het verlangen om nu alles en vooral heel veel te krijgen, is teveel en Lars raakt helemaal overstuur. Ik reageer traumasensitief op zijn boosheid en 1 minuut later zit hij aan tafel met wat komkommer en een stukje kaas. Al knabbelend komt hij tot rust en ik ga nog even naar buiten om de laatste was op te hangen. Als ik vijf minuten later weer binnen kom, zegt hij rustig: ‘Ik heb voor de pasta en één boterham gekozen. Maar ik vind het wel heel jammer want ik had graag ook nog de tweede boterham gehad.’
Na de lunch voelt hij zich duidelijk beter en de rest van de dag verloopt prima. Ryan en hij spelen weer heerlijk samen. Zijn veerkracht is terug.
Ik ben zo blij. Blij voor hem dat hij langzaam aan leert om in woorden uit te drukken wat hij voelt. Maar ook omdat hij leert dat een emotionele uitbarsting er mag zijn, maar dat het geen toegeving oplevert. Ik ben blij omdat hij leert om met teleurstelling om te gaan. En ik ben vooral blij omdat hij beseft dat we van hem houden, ook als het een keer mis gaat.