
Via Instagram kreeg ik een alarmerend bericht van een pleegmama. Ze schreef: ‘Inge, ik heb sinds kort een nieuw pleegkind in huis. Hij slaat mijn dochtertje regelmatig totaal onverwacht. Ik wil niet in straffen vervallen, maar dat gedrag moet NU stoppen!’
Mijn pleegkind slaat mijn dochter
Inge, ik snap dat we met ons nieuw pleegzoontje door een wenperiode van 6 weken moeten gaan tot er weer balans is in ons gezin. Af en toe geruzie door de kinderen onderling hoort daar zeker bij. Maar afgelopen weekend was het zo heftig…
Mijn dochtertje werd bijvoorbeeld zomaar uit het niets door hem met een stok op haar hoofd geslagen, terwijl ze vrolijk door het bos liep. Of ze wordt in haar maag gestompt als ze hem toevallig voorbij loopt. Pfff, ik vind het zo erg dat mijn dochter het moet ontgelden.
Hij valt mijn kind aan als hij denkt dat wij het niet zien. Ik wil niet in straffen vervallen, maar ik wil echt wel consequenties zetten tegenover het slaan van mijn dochter. Dit gedrag moet NU stoppen!
Nog tips?
Pleegmama A.
Wat is er aan de hand?
De pleegmama en ik hebben even met elkaar gechat. Ze benadrukt dat zijn aanvallen vaak onverwacht komen en niet altijd het gevolg zijn van een conflict met haar kinderen. Ze vertelt me ook dat het kereltje een tijdje op een groep gewoond heeft.
In mijn ogen is zijn gedrag niet zo ongewoon. In een groep geldt vaak het recht van de sterkste en is het niet ongewoon dat de jongste of minst weerbare kinderen ‘gepakt’ worden. Waarschijnlijk reageert dit kind zijn frustratie of onvermogen af op het dochtertje van Pleegmama A. Lief zijn voor elkaar en op een leuke manier samen spelen, zijn vaardigheiden die hij in het pleeggezin kan leren.
Daarnaast heeft hij waarschijnlijk nog niet geleerd om zijn boosheid met woorden te uiten.
Wat kan ze doen zodat hij stopt met slaan?
Ik antwoord haar dit: ‘Ik zou hem niet bestraffen voor het pijn doen van je dochter, want door te straffen zal hij zich afgewezen en ‘slecht’ voelen. Op die manier vergroot je zijn frustratie en zijn behoefte om zich af te reageren.
Aan de andere kant wil je dat je dochter veilig is. Dat is de grens. Altijd. Dus tot je pleegkind geleerd heeft om dat gedrag niet meer te vertonen, kun je hem niet vertrouwen in de buurt van je dochter. Je moet dus in de buurt zijn, tussen hem en je dochter blijven, hem in de gaten houden.
Blijven herhalen dat slaan, stompen, pijn doen niet mag. Hem telkens vertellen wat wel mag. Is hij boos, dan mag hij dat met woorden zeggen. Wil hij met haar spelen? Dat mag maar dan lief en voorzichtig.
De kunst is om haar te beschermen en tegelijkertijd de tijd en het geduld op te brengen om hem tot rust te laten komen en ander gedrag aan te leren. Hij reageert nu nog vanuit zijn lagere breindelen, met jullie hulp kan hij zijn prefrontale cortex (mensenbrein) ontwikkelen.’
Logische consequenties in plaats van straffen
Pleegmama A. laat me weten dat ze al wat consequenties verbonden hadden aan het gedrag. Bijvoorbeeld dat hij, nadat hij het dochtertje met de stok geslagen had, de hand van haar man voor de rest van de wandeling moest vasthouden. Maar ook dat hij zijn best moest doen om het weer goed te maken door een paar keer iets voor het meisje te doen.
Goed bezig, denk ik dan. Prima consequentie dat hij aan de hand van haar man moest blijven zodat hij het dochtertje niet meer stiekem pijn kan doen. Ook prima dat ze hem de kans geeft om het goed te maken haar dochter.
Ik adviseer pleegmama A. om elke dag wat tijd in te bouwen dat ze geen ogen op haar rug hoeft te hebben, door de kinderen fysiek gescheiden te houden (de ene aan tafel in de keuken, de andere in de woonkamer of zoiets). Als ze er vaste momenten van maakt dan wordt het al snel ‘gewoon’.
De aanpak werkt, hij slaat niet meer
Twee maanden later krijg ik dit bericht:
‘Inge, misschien leuk om te laten weten dat het enorm goed gaat met onze pleegzoon. Hij slaat niet meer. We hebben veel aan de tips gehad van jou. Duidelijke consequenties i.p.v. straf van zijn gedrag. Zo lang hij niet veilig was voor onze kinderen moest hij continue in mijn nabijheid spelen, terwijl de andere kinderen wel uit mijn zicht mochten spelen. We hebben hem uitgelegd dat we niet boos waren, maar dat hij nog moest leren om anderen geen pijn te doen. Hij moest bij ons in de buurt blijven, zodat we goed op hem konden letten en hem helpen konden om het onder de knie te krijgen.
Inmiddels mag hij al 2 weken buiten spelen in het speeltuintje voor onze deur. Nog wel ‘in mijn zicht’ vanuit het keukenraam, maar ik ga niet meer mee naar buiten. Hij is er zo trots op dat hij nu woorden kan gebruiken voor zijn boosheid. Hij kan nu ook aanvoelen wanneer hij druk is in zijn hoofd en het dan aan mij komen vertellen i.p.v. te ontploffen.’
Yes!
Meer tips over slaan en boosheid vind je in deze blogs:
- Hoe reageer ik op een boos kind?
- Gillen uit frustratie. Hoe ga je daar mee om?
- Ben ik dan nooit meer boos of geïrriteerd?
Je las een blog van Inge Vandeweege. Reageren mag altijd en delen ook!
Lees je al mee op de Facebookpagina ‘Inspiratie voor (pleeg)ouders‘?
Wist je dat ik ook op Instagram te vinden ben?Mijn boek ‘Een (h)echte uitdaging’ kopen mag natuurlijk ook!
Of zorgen dat ik mijn website in de lucht kan houden en onderhouden met een kleine bijdrage. Soms staan in een blog affiliate links naar boeken of producten bij Bol.com. Als je via zo’n link bestelt, ontvang ik een kleine commissie.
Hoe is de lieve dichter beloond voor haar verdraagzaamheid?
Ik weet niet hoe de pleegmama uit dit blog haar dochtertje opgevangen heeft, maar wat ik zou doen is het meisje troosten en beschermen. Ze hoeft niet verdraagzaam te zijn, het is niet oké om met opzet pijn gedaan te worden. Ik zou haar aanleren om voorzichtig te zijn met de pleegzoon in kwestie, haar leren om goed op te letten in zijn bijzijn en niet zonder toezicht met hem alleen te zijn. Daarnaast heeft de pleegmama er heel sterk op toe gezien dat het jochie de kans niet meer kreeg om zoiets uit te halen. Wij leren de kinderen ook dat iedereen fouten maakt en iedereen nieuwe kansen verdient. We leren de kinderen dat gedrag bijsturen een werk van lange adem is en dat nieuwe pleegkinderen of gezinshuiskinderen niet altijd meteen in staat zijn om zich lief te gedragen, maar dat we als we allemaal samenwerken, we hen dat wel kunnen leren.