Tijdens de opleiding voor kandidaat-pleegouders kregen we het plaatje van de ijsberg voorgeschoteld. Het beeld wordt vaak gebruikt om weer te geven dat het gedrag van de kinderen slechts het topje van de ijsberg is. Onder water zit een heel arsenaal aan gevoelens waar de kinderen mee worstelen. De kunst is om het gevoel boven water te krijgen.Ryan doet de laatste dagen steeds vaker dwars of brutaal. Ondertussen weet ik dat hij niet met opzet zo doet en dat hij het zelf evenmin fijn vindt. Ik ga een paar keer het gesprek met hem aan maar we komen er niet uit. Hij weet niet welke gevoelens hem dwars zitten.
Verbindend gokken
Een tijdje terug las ik een blog van Mama Magie over verbindend gokken. Ik besluit om het een keer op haar manier te proberen.
Inleiding
‘Lieve schat, ik ben daarnet tegen je uitgevlogen omdat je papa Mark negeerde en direct daarna weer begon te zuchten en mopperen. Sorry daarvoor. Ik vind het zelf niet fijn om boos tegen jou te doen maar ik merk dat ik mijn geduld aan het verliezen ben.’
Er komt een grote zucht uit Ryan. ‘Ik vind dat echt niet leuk als jij boos wordt ma-maatje.’
‘Ik weet het jongen, ik stel voor dat we nog een keer proberen te achterhalen hoe het komt dat jij zo dwars doet de laatste dagen, dan kunnen we het misschien oplossen.’
‘Er is niks aan de hand met mij.’
‘Als jij dwars doet is het omdat er gevoelens dwars zitten bij jou. Ik geloof je als je zegt dat je zelf niet weet wat er precies aan de hand is. Zal ik raden wat het zou kunnen zijn? Ik ga gokken en jij gaat voelen of ik juist ben.’
Waar worstel je mee?
Ryan is altijd wel te vinden voor een spelletje, dus hij stemt in.
‘Mijn eerste gokken zijn: je bent verdrietig omdat Lars er niet meer is (hij heeft net een paar dagen bij ons gelogeerd), na twee weken vakantie verveel je je en mis je je vrienden of je wordt bang omdat er de laatste tijd gepraat wordt over terug bij je mama gaan wonen.’ Ik som een paar voorbeelden op van gevoelens waarvan ik weet dat die regelmatig dwars gedrag veroorzaken bij hem.
Ryan is even stil. Dan klaart zijn gezicht op en zegt hij: ‘Dat eerste mag je schrappen (ik moet stiekem lachen om zijn taalgebruik, best wel apart voor een 7-jarige toch?). Dat tweede is het ook niet.’ Daarna gaat hij over tot gebarentaal en woordeloze expressie. Hij steekt 3 vingers op en knikt heftig met een blij gezicht.
‘Oké, dus je vind het lastig dat er gepraat wordt over terug naar mama verhuizen.’ Hij knikt blij. ‘Hmm, kun je mij vertellen waar je bang voor bent?’ Zijn gezicht betrekt, zijn schouders gaan naar beneden en hij kijkt van me weg. Ik geef hem even de tijd, maar er komt geen reactie meer van zijn kant. ‘Hmm, zo te zien wil je niet over je gevoelens praten.‘ Zijn hoofd gaat omhoog, hij kijkt me aan en knikt weer. ‘Zal ik dan weer raden wat jij voelt en laat je mij weten of het juist is of niet?’ Hij knikt enthousiast.
Gevoelens onder woorden brengen
‘Ik denk dat je het heel fijn vindt om bij mama op bezoek te gaan. Je ziet haar graag (dat is Vlaams voor ‘je houdt van haar’). Je weet dat mama graag wil dat je bij haar gaat wonen en je wilt haar graag dat plezier doen.’ Er wordt bevestigend geknikt. ‘Aan de andere kant ben je ook graag hier, bij ons, bij je school en je vrienden en wil je ook graag hier blijven. Door te praten over verhuizen voelt het alsof er aan twee kanten aan je getrokken wordt, aan je ene arm trekt mama en aan je andere arm trekt wat je hier fijn vindt. Dat maakt het moeilijk voor jou’. Hij knikt heel heftig van ja met een bedroefd gezicht.
Hoe kunnen we je helpen?
Ik denk even na. Wat heeft hij nu nodig? Wat is zijn behoefte? Het is overduidelijk dat hij zich niet goed in zijn vel voelt met hoe het nu gaat. Hij weet wat zijn mama wil. Hij weet dat wij er onvoorwaardelijk zijn voor hem en dat het voor ons prima is als hij besluit om de overstap te maken. Maar daardoor komt de beslissing wel bij hem te liggen, dat is nogal wat voor een manneke van 7 jaar.
Officieel is zijn verblijf bij ons net met een jaar verlengd. Zijn jeugdrechter heeft bevestigd dat er ‘op het tempo van de minderjarige’ verder gewerkt moet worden. Voor mij is het duidelijk dat het nu te snel voor hem gaat. Hij komt in een spreidstand terecht tussen zijn loyaliteit aan zijn mama en zijn gehechtheid aan ons en zijn leven hier. Hij voelt zich niet goed en dat maakt hij duidelijk met zijn dwars gedrag. Mijn man en ik vinden het onze taak om voor zijn belang op te komen, ook al dat tegen de wensen van de biologische ouders ingaat. Daarom stel ik hem het volgende voor:
‘Liefje, het is voor mij duidelijk dat het praten over verhuizen jou bang maakt. Is het niet beter dat we voorlopig niet meer praten over verhuizen maar dat we gewoon werken aan steeds langer in de vakanties naar mama gaan. Op die manier kun je én meer daar zijn én voorlopig nog hier blijven wonen.’ Er wordt blij geknikt.’ Je weet dat wij volgende maand een gesprek hebben met je mama, je pleegzorgbegeleidster en de consulente van de jeugdrechtbank. Is het goed als ik dan tegen iedereen zeg dat jij voorlopig niet meer over verhuizen wilt praten, maar dat je heel graag steeds langer in de vakanties naar mama gaat?’
Bingo
Bij die laatste zin knikt hij enthousiast. Uiteindelijk staat hij bovenop zijn stoel met zijn twee handen in de lucht en zegt: ‘Ja, dat is het, dat is wat ik wil.’ Hij springt van zijn stoel af en danst naar de garage waar hij zijn jas en laarzen aantrekt. Hij gaat mijn man helpen die een boomhut bouwt in de tuin. Ik ben een beetje verbouwereerd omdat het hem op deze woordeloze manier lukte om bij zijn gevoel te komen. En blij. Heel blij dat het ons weer gelukt is om hem veiligheid te bieden.
Meer lezen over hoe je pleegkinderen best aanpakt?
Heel herkenbaar, her niet ok kunnen gaan met gevoelens. Onze pleegzoon kan dat ook niet toen hij jonger was trok hij een denkbeeldige muur op of werd inderdaad dwars en opstandig. Nu
Is hij 13 en enkel maar boos en opstandig. Je verhaal over je eerste pleegdochter lijkt heel erg op zijn verhaal. In de kerstvakantie is hij fysiek richting mijn man geworden zodanig dat onze 20-jarige dochter er tussen moest springen. Dat was de grens. Nu zit hij in een crisisopvang . Zo verdrietig na 6,5 jaar bij ons te hebben gewoond.
Wat ik me wel afvraag is pleegzorg in een ‘gewoon’ gezin geschikt voor dergelijke beschadigde pubers? Zou er niet meer een lijn moeten komen, zodra een kind 12 is en naar de Middelbare school gaat, gaat hij of zij naar soort kostschool/instellling/groep? Er zijn zoveel breakdowns met
Pubers moet je dat niet voor zijn? Dan is het voor alle partijen duidelijk. Je woont nu in een gezin maar als je 12 bent ga je ergens anders heen net als alle Andere pleegkinderen van 12. Zou dat niet heel veel spanningen , teleurstellingen en pleegouders die afhaken voorkomen?
Dag Nicolette,
wat ontzettend jammer voor jullie en je pleegpuber dat hij nu zo in de knoop zit.
Wat is wijsheid? Er zijn ook pleegpubers die het wel goed doen tijdens hun puberteit in hun pleeggezin … Maar een betere omkadering van de pleegouders en de pleegkinderen en een voorbereiding op de puberteit is zeker iets waar aan gewerkt mag worden.
Ik weet zeker dat jullie alles gedaan hebben wat in jullie macht lag en het is heel verdrietig dat het nu zo loopt. Ik wens jullie veel steun en goede moed.
Hartelijke groeten,
Inge