Binnenkort word ik opgenomen in het ziekenhuis. Ryan maakt zich zorgen, hij is bang dat hij ons kwijtraakt. Ik bereid Ryan voor op mijn ziekenhuisopname door te vertellen wanneer ik ga en hoe we die week hier thuis zullen organiseren. Ik zie zijn gezicht betrekken en vraag wat er aan de hand is: ‘Wat is er lieverd, vind je het spannend? Waar ben je bang voor?’ Ryan antwoordt met een klein stemmetje: ‘Ik ben bang dat ik jullie kwijtraak. Of dat ik Lars kwijtraak’. Ryan heeft verlatingsangst. Dat is een angst die heel normaal is bij jonge kinderen maar soms lang blijft hangen bij pleegkinderen.
Verlatingsangst vanuit onveilige hechting
Veel pleegkinderen zijn in hun ‘verontrustende opvoedingssituatie’ verwaarloosd. Ze konden niet op hun ouders vertrouwen en zijn daardoor onveilig gehecht. De eerste relatie die kinderen hebben, is de relatie met hun ouders. Wanneer ouders niet beschikbaar zijn wanneer het nodig is, legt dit in het kind een blauwdruk aan voor toekomstige relaties. Daarom zijn deze kinderen vaak nooit helemaal zeker dat hun pleegouders er altijd zullen zijn voor hen.
Verlatingsangst omdat ze pleegkind zijn
Wat we niet mogen onderschatten zijn de gevolgen van de uithuisplaatsing voor een pleegkind. Vaak is het kind nog te jong om te begrijpen wat er aan de hand is en wordt het plotseling van zijn vaste verzorgers gescheiden. Na de uithuisplaatsing gaat het kind door een periode van rouw. Het kind kan onbewust bang blijven dat het opnieuw kan gebeuren. De gedachte dat iemand je plots kan verlaten speelt voortdurend door hun hoofd.
Daarnaast wordt het voor het pleegkind naarmate het ouder wordt, duidelijk dat noch de ouders, noch de pleegouders kunnen beslissen over hem of haar. Dat beslissingsrecht ligt namelijk bij de voogd (Nl.) of bij de jeugdrechter. Niemand kan dus beloven dat het kind voor altijd mag blijven in het gezin waar het zich veilig voelt.
Uitingen van verlatingsangst
Bij Ryan is zijn verlatingsangst voornamelijk gericht op zijn pleegpapa. Mijn man werkt meestal van huis uit en is dus vaak aanwezig in het leven van de kinderen. Ook wanneer ze hem niet zien, weten ze dat hij in zijn kantoor aan het werk is. Op de dagen dat mijn man uit huis werkt, maakt Ryan zich zorgen. Hij is bang dat mijn man iets gaat overkomen of dat hij ‘gestolen’ wordt. Wanneer hij zijn pleegpapa ‘s ochtends vroeg hoort vertrekken, volgt er meestal een huilbui. Het is geen aanstellerij, hij is echt overstuur. Voor de ontwikkeling van Ryan is het belangrijk dat we hierop traumasensitief reageren.
We kondigen altijd vooraf aan wanneer mijn man niet thuis zal zijn zodat zijn afwezigheid geen verrassing is. Wanneer we dit met Ryan bespreken, begint hij meestal al te jammeren of te onderhandelen. Hij probeert mijn man er dan van te overtuigen om thuis te blijven.
Ryan vindt het nog steeds moeilijk om thuis te vertrekken naar een activiteit zonder ons. Naar school gaan, naar de dansles of naar de vakantieopvang, het maakt niet uit, het vertrek gaat vaak gepaard met angst die verborgen wordt onder gemopper of getreuzel.
Veel pleegkinderen hebben moeite met afgezet worden op school of bij de kinderopvang. Ze gaan dan huilen en zich vastklampen aan de pleegouder. Ze zijn op dat moment echt bang dat je voor goed uit hun leven verdwijnt.
Verlatingsangst zorgt er soms ook voor dat pleegkinderen moeilijk kunnen inslapen en ‘s nachts geplaagd worden door nachtmerries. Soms slapen ze daardoor ook heel licht en zijn ze vroeg wakker. Ryan heeft jaren lang onrustig geslapen. Nu gaat het bij ons heel goed maar in de weekends bij zijn mama, zijn de nachten soms een probleem. Hij is lang niet het enige pleegkind met slaapproblemen, je vindt hiervoor tips in dit blog.
Wat kunnen we doen?
Luisteren en aanwezig zijn
- Laat je pleegkind, als het daarvoor al oud genoeg is, praten over zijn angst. Vraag waar precies hij bang voor is.
- Erken de angst en geef tegelijkertijd informatie die geruststelt. Ik doe dat door te benoemen dat zijn pleegpapa al ontelbare keren niet thuis geweest is en dat hij telkens heelhuids is terug gekomen.
- Wanneer er een huilbui is, laat het kind dan uithuilen in jouw troostende aanwezigheid. Je kunt dingen zeggen als: ‘jij vindt dit heel moeilijk hé, huil maar even hoor, dat mag best’. Door empathisch te reageren op de emoties van een kind leert een kind zelfregulatie aan.
- Spreek je pleegkind moed in door te praten over andere situaties waarvoor hij bang was en die toch goed zijn gegaan.
- Wanneer je pleegkind in paniek raakt, blijf dan. Laat het kind weer rustig worden in jouw aanwezigheid en bespreek daarna het afscheid.
- Verdwijn niet stiekem wanneer je pleegkind het niet ziet. Hiermee hou je het patroon in stand en gaat het kind jou nog meer met argusogen in de gaten houden.
Voorbereiden
- Maak samen een ritueel voor het afscheid en hou je daaraan. Bijvoorbeeld: nog een dikke knuffel en een kus, dan neem je de hand van de juf en ik vertrek. Wanneer een kind jouw aarzeling voelt, gaat het alles uit de kast halen om jou te overhalen om te blijven.
- Geef je pleegkind iets mee dat houvast biedt. Bijvoorbeeld een favoriete knuffel of een foto. Ryan heeft een ‘kleine papa’ in zijn broekzak, het is de leraar smurf. Hij vindt dat die smurf op mijn man lijkt omdat hij veel van zijn pleegpapa leert. Of teken een ‘knuffelknop’ op jullie handen, zodat er altijd contact is. Deze tip kreeg ik van pleegmama Didi en hoe je dat doet vind je in dit artikel.
- Praat vooraf over situaties die moeilijk zijn en maak samen een plan van aanpak.
- Maak geen beloftes die je niet waar kan maken. Wees eerlijk. Wij verzekeren Ryan ervan dat hij voor altijd een plekje in ons hart heeft en dat hij zo lang bij ons mag wonen als de rechter vindt dat dit nodig is.
Wat als dat niet voldoende is?
Verlatingsangst verdwijnt niet van de ene dag op de andere. Een pleegkind kan door in een veilige omgeving te vertoeven meer vertrouwen in zichzelf en in anderen opbouwen. Het kind moet erop leren vertrouwen dat het zichzelf kan redden zonder (pleeg)papa of (pleeg)mama. Soms is de verlatingsangst zo hardnekkig dat therapie aangewezen is.
In Nederland kunnen pleegouders soms ook de voogdij over het pleegkind verkrijgen. Dit valt zeker te overwegen zodat je door het voogdijschap het kind eindelijk de geruststelling kunt geven dat jij beslissingen mag nemen die het kind aangaan. Pleegmama Kloek schreef hier een mooi blog over.
Je las een blog van Inge Vandeweege. Reageren mag altijd en delen ook!
Lees je al mee op de Facebookpagina ‘Inspiratie voor (pleeg)ouders‘?
Wist je dat ik ook op Instagram te vinden ben?Mijn boek ‘Een (h)echte uitdaging’ kopen mag natuurlijk ook!
Of zorgen dat ik mijn website in de lucht kan houden en onderhouden met een kleine bijdrage. Soms staan in een blog affiliate links naar boeken of producten bij Bol.com. Als je via zo’n link bestelt, ontvang ik een kleine commissie.
Onze meid (net 6) heeft het vooral moeilijk als we ergens anders dan thuis zijn en een van ons verdwijnt even. Denk maar dat weekend aan zee en je gaat even naar de bakker,… Ook al blijft ze bij een van ons of andere bekenden. Ze vond zelf een oplossing: op dat moment krijgt ze bijvoorbeeldde controle over de autosleutel zodat we niet zonder haar zouden vertrekken.
Wat een goed idee!
Mijn pleegdochter was 2 maanden toen ze vanuit een crisispleeggezin bij me kwam en is ondertussen 4, toch is ook bij haar de verlatingsangst erg aanwezig. De eerste vraag als we ergens naartoe gaan is: mama mag mee he?
Ook heeft ze eigenlijk wel altijd een klein hebbedingetje vast, ze moest steeds iets vast hebben/koesteren…
Ik probeer inderdaad heel veel duidelijkheid te geven, wie haar brengt, komt halen, Hoelaat ik terug ben als ik eens zonder haar weg moet…
Komt goed op die manier. Onze pleegzoon is ondertussen 11 jaar en niet meer bang om verlaten te worden.