Ken je de uitspraak ‘Soms, als ik mijn mond open doe, komt mijn moeder er uit’? Gisteren had ik weer zo’n moment. Straal tegen mijn eigen adviezen in, trok ik van leer tegen Ryan. Het moest nu maar eens gedaan zijn met zijn aanstellerij en zijn eeuwige gemopper als hij iets moet doen waar hij geen zin in heeft. Ik was zelfs zo gevoelloos dat mijn stoere zevenjarige in huilen uitbarstte. Ik was zeker geen voorbeeld van zelfbeheersing en geweldloze communicatie, integendeel.
Het voeten-was-incident
De aanloop
Toen ik gisterenavond de woonkamer binnen kwam, lag Ryan lekker in zijn pyjama te lezen. Hij lag op zijn buik en zijn voeten staken de lucht in. Die voeten waren zwart, heel zwart.
Ik zei langs mijn neus weg: ‘Ryan, ik zie dat je voeten nog zwart zijn, die ben je waarschijnlijk vergeten te wassen. Wil je dat snel nog even doen voor je naar bed gaat?’
Ik weet dat hij het een heel gedoe vindt om ‘s avonds nu ook zijn voeten te moeten wassen. Hij loopt bij mooi weer echter graag op blote voeten door de tuin, dus ja, dat moet echt. Hij vindt het sowieso al verschrikkelijk dat hij zichzelf moet wassen en omkleden. Vooral omdat ik Lars, die maar 3 jaar is, nog wel help.
Ryan staat heel langzaam recht, trekt een lang gezicht en stapt voetje voor voetje richting badkamer. Ik weet dat ik dit treuzelend gedrag het best kan negeren, maar nee, ik hap en zeg: ‘Ryan, wat is er aan de hand? Je weet toch dat je ook je voeten moet wassen?’ Ryan doet alsof hij mij niet hoort en kijkt van me weg. Dat werkt bij mij als een rode lap op een stier, ik vind het namelijk vreselijk om genegeerd te worden. Mijn ego kan daar niet tegen.
Slecht voorbeeld
En toen werd ik boos. Ik deed mijn mond open, mijn moeder kwam tevoorschijn en ik werd een slecht voorbeeld.
Zucht. ‘Ryan, stel je niet zo aan. Ga naar de badkamer en was je voeten, daarna kan je lekker verder lezen. Och jongen, zo doe je toch geen zeep op een washandje. Ik zal je nog eens laten zien hoe het moet. Waarom begin je nu te huilen? Zo erg is dat toch niet? Ryan, haal eens adem en vertel me dan met woorden waarom je nu moet huilen.’
Ryan haalt adem en roept: ‘Omdat ik gewoon geen zin heb om mijn voeten te wassen!’
Grotere zucht. ‘Moet je daar nu zo’n drama van maken? Kom op zeg, stel je niet aan! Als je even doorwerkt, is het nog geen 5 minuutjes werk. Hou eens op met huilen. Je bent 7 jaar, je stelt je aan als een baby.’
Ryan roept: ‘Ik ben geen baby!’
Ik: ‘Ik zeg ook niet dat je een baby bent, ik zeg dat je je gedraagt als een baby. Zo doe je elke keer als je een klusje moet doen waar je geen zin in hebt. Ik kan toch niet alles voor je blijven doen? Je bent toch geen baby!’
Ryan weer: ‘Ik ben geen baby!’
Herkansing
Het dringt tot me door dat we weer eens in onze negatieve spiraal beland zijn, ik maak verwijten en wijs hem terecht. Een slecht voorbeeld dus. Ik besluit het over een andere boeg te gooien. Ik haal eens diep adem, vindt mijn kalm brein terug en zeg: ‘Kom op Ryan, ik snap dat je er geen zin in hebt. Je zat net zo lekker te lezen en je vindt het heel stom om nu je voeten te moeten wassen. In plaats van dwars te doen is het veel handiger dat je zegt dat je er geen zin in hebt en dat je voeten wassen saai vindt.’
Ryan zijn snikken bedaren en hij antwoordt: ‘Het lukt me niet. Ze blijven vuil! Kijk maar, het gaat er niet af!’ Ik kom hem ter hulp en laat zien dat hij vaker heen en weer moet wrijven. Hij pakt zelf de tweede voet aan en zegt: ‘Voeten zijn zo stom. Tenen nog stommer, het lijken wel radijsjes. Ik wou dat ik geen voeten had. Ik ga mijn voeten afhakken en op mijn handen lopen.’
Ryan wordt als vanzelf rustiger en ik besluit om hem een alternatief aan te bieden: ‘Je gaat veel moeten oefenen om op je handen te leren lopen, er is nog een andere optie. Als je voeten wassen zo vreselijk vindt, zou je er voor kunnen kiezen om sokken en schoenen te dragen. Dan hoef je niet elke avond je voeten te wassen.’
Ryan is weer rustig en zegt: ‘Ja dat is waar.’ Hij droogt zijn voeten af en loopt weer naar de woonkamer om verder te lezen. Incident afgesloten.
Voor hij naar bed gaat knuffelen we uitgebreid. Dat is onze manier om het weer goed te maken en de verbinding te herstellen.
Empathie versus preek
Mijn eigen opvoeding steekt me vaak stokken in de wielen. Ik ben degene die me niet mocht aanstellen en altijd flink moest zijn. Als ik niet oppas eis ik precies hetzelfde van mijn (pleeg)kinderen.
Toch is het heel menselijk om geen zin te hebben in een klusje wanneer je net lekker aan het ontspannen bent. Zeker als je moe bent, is het heel moeilijk om vrolijk op te springen en aan de slag te gaan. ‘Moeite hebben met schakelen‘ noemen ze dat dan.
Door (uiteindelijk) te reageren met begrip voor zijn gevoelens, aanmoediging en hulp ben ik een voorbeeld van wat ik van hem verwacht. Zo help ik hem zijn prefrontale cortex te ontwikkelen, dat lukt me nooit met een preek. En zeker niet met afwijzing en kleineren.
Ik beken: Het is nog alle dagen opvoeden met vallen en opstaan.
Meer lezen over het opvoeden van pleegkinderen? Je kunt me volgen via Facebook of je inschrijven voor de nieuwsbrief (onder of naast dit blog).
Als je wilt weten waarom een ‘gewone’ opvoeding meestal niet werkt bij pleegkinderen en wat je dan wel kunt doen om hun gedrag in goede banen te leiden, lees dan mijn boek ‘Een (h)echte uitdaging’.
Wij hebben nu een meisje van 8 in de crisisopvang. Zoals de meeste kinderen gaat ze erg hard op ons ligbad, omdat ze thuis alleen een douche heeft. Wij vinden dat kinderen niet elke dag hoeven te douchen of ‘badderen’, maar om de dag. Onze pleegdochter banjert elke dag met blote voeten door onze tuin. “Dat doe ik expres, want dan moet ik elke dag in bad.”
LOL. Slimmeriken zijn het hé?
Heel herkenbaar! nog een alternatief is een voetenbadje terwijl hij een boek leest….win win!
Dat is nu eens een heel goed idee! Ik ga hem dat vanavond zeker voorleggen.