Toen ik een tijdje terug een blog schreef over eetproblemen bij pleegkinderen, raadde een adoptiemama mij het boek ‘Love me, Feed me’ van Katja Rowell aan. Omdat Ryan nog steeds heel moeilijk kan doen aan tafel, ben ik in het boek op zoek gegaan naar mogelijke oplossingen.
De eetproblemen van Ryan
In de eerste druk van mijn boek ‘Een (h)echte uitdaging’ heb ik een heel hoofdstuk gewijd aan de eetproblemen van Ryan. Een pleegmama schreef in haar review van mijn boek dat ze dit hoofdstuk ‘belerend’ vond. Ze heeft gelijk. Ik ben misschien een heel klein beetje veel te hard gefocust op gezonde voeding.
In het begin van de plaatsing van Ryan, liet ik me leiden door mijn bezorgdheid om zijn gezondheid en deed er alles aan om het kereltje meer, gezonder en gevarieerder te laten eten. Dat deed ik met de ‘gewone’ opvoedmethodes. Ik probeerde elke maaltijd opnieuw om hem om te kopen, hem aan te moedigen en hem te helpen om beter te eten. Ik maakte afspraken met hem, gaf hem complimenten en installeerde beloningssystemen, maar het mocht allemaal niet baten. Van gezelligheid aan tafel was al gauw geen sprake meer, omdat alles erop gericht was om Ryan aan het eten te krijgen.
Door het over een andere boeg te gooien, heeft onze moeilijke eter uiteindelijk wel gevarieerd leren eten.
Spanning = machtsstrijd aan tafel
Alhoewel Ryan het ontzettend goed doet en op het eerste gezicht een gewone zevenjarige is, is hij nog regelmatig zeer gespannen en angstig. Als Ryan zich zo voelt, uit zich dat in een slecht humeur, dwars gedrag of gemopper. Ik kan meestal de strijd goed omzeilen omdat ik ondertussen zijn signalen goed ken, maar aan tafel heeft hij me nog elke keer te pakken.
Bij het begin van onze laatste kampeervakantie was het weer raak. Ryan gaat erg graag met ons mee op vakantie, maar ervaart door de verandering van omgeving veel stress. We doen er alles aan om hem structuur en voorspelbaarheid te geven, maar we moeten zijn spanning tijdens de eerste dagen van de vakantie voor lief nemen. Elke maaltijd startte met gemopper over het eten en Ryan at duidelijk met lange tanden. Ik begon me weer te bemoeien met zijn manier van eten en de tafel werd voor de zoveelste keer een strijdtoneel.
Mezelf bijsturen, nieuwe theorie
Als ik één ding geleerd heb op die 9 jaar dat we aan pleegzorg doen, dan is het wel dat het bijsturen van mijn gedrag, van mijn manier van opvoeden, veel effect heeft op het gedrag van mijn pleegkind. Vol goede moed ging ik dus op zoek in het boek ‘Love me, feed me’ van Katja Rowell naar nieuwe inzichten en tips. Het Trust Model of Feeding van Ellyn Satter waarop ze zich baseert, kende ik al, toch bracht het boek mij weer inspiratie, moed en hoop.
Het Trust Model of Feeding
De (pleeg)ouders zijn verantwoordelijk voor :
- Wanneer er gegeten wordt. Bij voorkeur 3 hoofdmaaltijden en 2 à 3 tussendoortjes op vaste tijdstippen. De regelmaat in het eten zorgt voor voorspelbaarheid en dus een veilig gevoel bij kinderen die verwaarloosd werden.
- Waar er gegeten wordt. Bij voorkeur aan tafel en in gezinsverband. We eten samen omdat op deze manier de gezinsleden aan het pleegkind voorleven dat eten lekker en gezellig is.
- Wat er op tafel gezet wordt. Wij zijn verantwoordelijk voor het aanbod van een gezonde en gevarieerde voeding. We zetten op tafel wat in onze familie gebruikelijk is en als normale voeding beschouwd wordt.
Het kind is verantwoordelijk voor:
- Hoeveel het eet van de aangeboden voeding.
Andere belangrijke principes van het model:
- Tussen de vaste eetmomenten in, wordt enkel water aangeboden.
- Bij elk eetmoment staat minstens één ding op tafel dat het kind lust (hoeft geen favoriet eten te zijn). Het zien van iets wat het kind lust, zorgt voor een vermindering van de stress.
- Er wordt op geen enkele manier aangedrongen om te eten en/of te proeven.
- Van snoep, koeken, gebak, desserts en snacks wordt de hoeveelheid door de (pleeg)ouders gelimiteerd. Gezonde voeding wordt onbeperkt aangeboden.
Nieuwe inzichten uit het boek
Kinderen die last hebben van onveilige hechting en trauma zoeken vaak de machtsstrijd op. Ze zijn bang om met je mee te werken en in het gareel te lopen, voor hen voelt dat als toegeven en dus verliezen.
Als zij voelen dat jij wat zij eten belangrijk vindt, zullen ze er alles aan doen om precies niet te doen wat je vraagt. Het gaat helemaal niet over dat ene hapje, het gaat over controle. Vaak veroorzaken of verergeren wij de eetproblemen door een verkeerde aanpak.
Als je het kind onder druk zet om meer of minder te eten, beschadig je het vertrouwen en dus het hechtingsproces.
Lichamelijk groei hangt af van de kwaliteit van de zorg en de kwaliteit van de voeding.
Stress tijdens de maaltijd zorgt ervoor dat er minder voedingsstoffen opgenomen worden.
Wat wil ik bereiken?
Ryan is nu topfit, hij groeit goed en hij wordt nog nauwelijks ziek. Hij eet nog steeds niet echt veel, maar blijkbaar is het voor hem voldoende om gezond te zijn.
Hij heeft echter nog drie eetproblemen. Het eerste is dat er regelmatig spanning ontstaat omdat Ryan de machtsstrijd met mij opzoekt. Hij vertoont dan erg storend gedrag aan tafel. Het tweede is dat Ryan geen interne motivatie heeft om gevarieerd en voldoende te eten. Hij eet fruit en groenten omdat ik dat wil en hij eet iets grotere porties omdat ik dat wil, niet uit zichzelf. Het derde probleem is dat Ryan vaak met lange tanden eet, waardoor zijn maaltijden veel tijd in beslag nemen.
Door anders met hem om te gaan hoop ik dat we er in slagen om op spannende momenten, zoals bij het begin van een vakantie, het gezellig aan tafel te houden. Ik hoop eveneens dat hij leert om zijn signalen van honger en verzadiging op te pikken en dus vanuit zichzelf voldoende leert eten. Door de druk omtrent eten achterwege te laten, verwacht ik dat hij sneller gaat eten. Daarnaast wens ik hem van harte dat hij onze manier van met voeding omgaan overneemt: lekkere, gezonde en gevarieerde voeding is onze basis en af en toe gaan we voor lekker maar ongezond.
Wat verander ik?
Ik werkte al min of meer met het Trust Model of Feeding, maar ik ga het wat strikter toepassen. Ik merk dat ik mij nog veel te vaak bemoei met het ‘hoeveel’ en de snelheid van eten. Vanaf nu:
- zet ik het eten midden op tafel en mag Ryan zelf opscheppen. Zolang er een eerlijke verdeling is tussen alle tafelgenoten (van bijvoorbeeld het vlees) zal ik me niet bemoeien met de hoeveelheden die hij opschept.
- zeg ik niets als hij zijn bord niet leeg eet.
- zwijg als een graf als hij geen groenten of fruit eet.
- hou mijn mond als hij langzaam eet of een tijdje zit te dromen.
- krijgt hij dessert (kleine portie), ook als hij zijn bord niet leeg eet.
- sta ik toe dat hij ‘speelt’ met het eten in zijn bord.
- zorg ik één keer per week voor een snack zonder beperking. Zelfgebakken haverkoekjes of maisboogjes bijvoorbeeld.
Volgens het boek mag ik mij de eerste weken verwachten aan een verslechtering van zijn eetgedrag. Hij zal waarschijnlijk soms helemaal niets eten en meestal geen groenten eten. Omdat hij nu gezond is, maak ik mij geen zorgen over die tijdelijke achteruitgang. Door het wegvallen van de druk en de strijd zou hij na verloop van tijd moeten overschakelen op zelfregulatie en een voorbeeld aan ons eetpatroon moeten nemen. Ik ben benieuwd of zijn eetproblemen opgelost geraken.
Heb jij al ervaring met het Trust Model of Feeding bij je pleegkind of adoptiekind? Laat dan hieronder zeker een reactie achter.
Al mijn blogs over eetproblemen op een rijtje:
Je boek aan het lezen. Ik begrijp wat er staat, maar wij zijn een gezin met 5 kinderen met regels en structuren. Ik denk dat er nogal een verschil is tussen 1 pleegkind in je gezin en verder geen kids of zelf al 5 kinderen hebben en dan een pleegkind erbij.
Dag Claire,
ik kan me goed voorstellen dat het een groot verschil is. Je wilt natuurlijk het liefste dat dat de regels en structuren die voor de andere kinderen werken gewoon ‘aanslaan’ bij je pleegkind. En die regels en aanpak veranderen voor één kind dat is natuurlijk een enorme opgave en uitdaging. Ik heb mijn aanpak pas veranderd toen ik met mijn rug tegen de muur stond (omdat zijn gedrag zoveel conflicten en spanning veroorzaakte) en wel moest … Jij kent jouw gezin en jouw pleegkind het beste en jij weet het beste wat voor jullie haalbaar is.
Goede moed en succes,
Inge
Ha Inge,
Wat leuk dat je het boek gelezen hebt en er mee aan de slag gaat! Ik vond het destijds ook best spannend, maar het maakt wel dat mijn dochter nu kan aangeven dat ze vol zit. En wij vervallen ook nog vaak in oude gewoonten rondom etenstijd, dus een reminder af en toe is welkom! We hebben hier snackmomenten geintroduceerd, dat is hier een groot succes. Op de tussendoortjes momenten zetten we allerlei schaaltjes neer met van alles, denk aan blokjes kaas, worst, worteltjes (ook al eten ze die nooit…), komkommer, wat snoepjes, Tucjes, nootjes, net wat je wilt. Er staan altijd minstens 4 of 5 keuzes en er staan dus ook dingen bij die mijn kinderen (tot nu toe) niet eten, maar ook een beperkt aantal snoepjes of koekjes. Als een bakje leeg is, is het leeg en wordt het niet bijgevuld, maar er is altijd nog wel iets wat ze kunnen eten uit de andere bakjes. Zo ligt de focus ook minder op de snoepjes die vaak als eerste op zijn. En tot mijn grote verbazing eet mijn dochter nu soms een hapje wortel… (na ongeveer 2 jaar deze methode te hanteren). Dus wie weet 😉 Ik vind het zelf erg leuk, omdat je zo creatiever wordt in wat je de kinderen voorzet als snack. En een vriendje wat hier pas kwam spelen was helemaal onder de indruk van het aantal bakjes, ‘wow’! Ook leuk!
Hartelijke groet,
Marije
De apenbordjes of lekkere bordjes als snack en lunch hanteren we hier ook al een hele tijd. Dat werkt inderdaad prima. Zonet nam hij (tot mijn grote verbazing) als eerste een hap van de komkommer …