eten

Heb jij een pleegkind in huis dat goed eet en zich als een engeltje gedraagt aan tafel? Dan heb je geluk. Voor veel pleegouders is het echter een hele uitdaging om hun pleegkind ‘normaal’ te laten eten. Vandaag deel 1 in een reeks blogs over typische eetproblemen:

Bedelen, hamsteren of blijven eten

Ken je dit?

  • Je kunt geen kast of lade opentrekken in de keuken of je pleegkind staat achter je hielen.
  • Het eten komt op tafel en je pleegkind vraagt onmiddellijk om het grootste stuk of reserveert alvast zijn tweede portie direct na het opscheppen.
  • Je bent een dagje uit en je pleegkind zeurt om 10 uur ‘s ochtends al om het ijsje dat je voor de namiddag beloofd hebt.
  • Het lijkt wel of er geen rem zit op je pleegkind want als jij niet zegt dat het genoeg geweest is, blijft het kind maar dooreten. Hij is onverzadigbaar.
  • Op de kamer of in de boekentas van je pleegkind vind je een bij elkaar gesprokkelde voorraad eten.

Soms is dit gedrag herleidbaar tot de verwaarlozing die een kind heeft meegemaakt in zijn thuissituatie, maar lang niet altijd. Soms is het een gevolg van de chronische stress waar het kind (nog) aan lijdt. Ons reptielenbrein zorgt dat we overleven, dat doen we o.a. door te eten en te drinken. Als een kind veel stress heeft gehad, kan het nog steeds op standje overleven staan. Automatisch vloeit daar uit voort dat het kind elke gelegenheid om te eten wil aangrijpen. De angst om tekort te komen overheerst alles. Het is sterker dan henzelf.

Bovendien is de de prefrontale cortex bij pleegkinderen vaak nog niet voldoende ontwikkeld om het kind te laten inzien dat er over een paar uur weer eten op tafel komt. Bij kinderen met een laag IQ kan dit een probleem blijven.

Daarom moeten we bij deze eetproblemen inzetten op een veilige situatie creëren waarin het kind kan ontstressen en leren vertrouwen. Dat doen we door voorspelbaarheid te geven en een gezonde manier van omgaan met eten voor te leven.

Tips voor voorspelbaarheid

  • Herhaal regelmatig en met een rustige stem: ‘Er is genoeg. Wij zorgen ervoor dat er altijd voldoende te eten is.’ Op den duur wordt jouw stem het stemmetje in het hoofd van het kind.
  • Eet zo vaak als je kunt samen met het kind. Als jij voor jezelf wat te eten pakt, deel dat dan met het kind.
  • Werk met vaste eetmomenten, een dagritme en een weekritme. Zorg naast de hoofdmaaltijden voor vaste tussendoortjes zodat er regelmatig wat te eten is. Zet, indien nodig, alle eetmomenten met pictogrammen op de dag- of weekplanner.
  • Zorg voor terugkomende rituelen zoals een aperitiefje met een chipje op vrijdag of een ijsje als traktatie bij een uitstap.
  • Wijk niet af van het ritme en de rituelen want dat veroorzaakt onveiligheid. Je doet een kind dat in dit patroon van ‘tekort’ vastzit geen plezier door een uitzondering te maken.
  • In extreme gevallen kun je werken met een tasje met pictogrammen. Je zoekt plaatjes of picto’s van ontbijt, lunch, avondeten en tussendoortjes. Die plaatjes geef je ‘s ochtends in een klein tasje aan je pleegkind. Op de vaste eetmomenten kan het kind dan een plaatje ruilen voor het eten. Zo heeft het kind het gevoel dat hij controle heeft over het eten door het steeds bij zich te hebben.

Tips om te begrenzen

  • Voor een kind dat geen rem heeft wat eten betreft, bepaal jij de portie. Laat het kind mee-eten zoals de andere personen in je gezin (ook als het kind overgewicht heeft). Leef een gezond eetpatroon voor en verdeel de voeding eerlijk tussen alle leden van je gezin.
  • Zorg dat groenten steeds à volonté zijn. Laat het kind onbeperkt eten van gezonde eetwaren zodat het geen gevoel van schaarste ervaart.
  • Als het kind overstuur is omdat het eten op is, dan kun je begripsvol reageren en tegelijkertijd voet bij stuk houden. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: ‘Je bent heel boos omdat het vlees op is en je bent bang dat er niks meer komt. De volgende keer eten we … (beschrijf waar/wanneer/wat de volgende maaltijd is). Ik beloof het je, je krijgt genoeg, we zorgen goed voor je’. Daarna gewoon even rustig afwachten tot het over is. Je weet vast al wat ik nu ga zeggen: zorg ervoor dat je je kalm brein behoudt :-).
  • Soms helpt het om het kind te laten zien dat er eten op voorraad is.
  • Bij een jong kind dat zijn bord ‘verdedigt’ of te gulzig eet kan het helpen om het bord met eten bij je te houden en het kindje te ‘voeren’. Op die manier geef je aan dat jij de verzorger bent en dat je er altijd voor zorgt dat hij te eten krijgt. Dit is eveneens een trucje dat goed werkt om hechting tot stand te brengen.

Wat je vooral nodig hebt, is veel geduld. Het reptielenbrein komt niet snel tot rust en een pleegkind heeft tijd nodig om jou te vertrouwenHet is een kwestie van volhouden. De aanhouder wint!

Er zijn pleegkinderen die er op andere manieren in slagen om aan tafel alle aandacht naar zich toe te trekken en de sfeer te verzieken. Daarover meer in dit blog: ‘Mijn pleegkind vertoont storend gedrag aan tafel’.

In dit blog lees je hoe we het voor elkaar gekregen hebben om Ryan meer gevarieerd te laten eten: Moeilijke eter aan tafel? Wat kan ik doen? Ryan bleef echter een trage eter die bij de minste spanning geen hap meer door zijn keel kreeg. Uiteindelijk hebben we dit ook achter ons gelaten met de methode die ik in dit blog beschrijf: Eetproblemen bij pleegkinderen.