Vertrouwen
Vertrouwen krijgen van je pleegkind. Hoe doe je dat?

Hoe voelt het als baby of jong kind als je je ouders niet kunt vertrouwen? Als ze niet consequent aan je behoeften tegemoet komen? Als ze je niet voldoende voeding, verzorging of genegenheid geven?

Dan kun je geen band, geen veilige hechting aangaan. Je vertrouwt er niet op dat er goed voor je gezorgd wordt. Je wordt angstig en wantrouwend.

Wantrouwen

Als je basishouding naar alle volwassenen wantrouwen is, dan ben je voortdurend angstig. Door je grote alertheid ben je snel overprikkeld. Je kunt moeilijk gehoorzamen omdat je niet ‘gelooft’ dat wat die volwassene zegt het beste voor je is. Bovendien wil je het liefst zelf bepalen wat er gebeurt, omdat je dan een gevoel van controle hebt. Soms zit er zoveel spanning in je lichaam dat je wel een stuiterbal lijkt.

Herkenbaar? Het is best moeilijk om een pleegkind op te voeden dat geen vertrouwen in jou heeft.

Het is voor de meeste pleegkinderen heel moeilijk om te vertrouwen. Als pleegouder krijg je geen vertrouwen cadeau van je pleegkind, je moet het verdienen. Vaak moet je daar lang en hard voor werken.

Vertrouwen verdienen. Hoe doe je dat?

Zet het ‘knuffelhormoon’ in

We maken oxytocine, het knuffelhormoon, aan in onze hersenen. Dit stofje wordt geproduceerd bij positief contact zoals aankijken, aanraken of knuffelen. Het zorgt voor ontspanning en verbinding. K. Uvnas Moberg schreef er een boek over: ‘De oxytocine factor‘.

Als je wilt dat je pleegkind je meer gaat vertrouwen, dan kun je het best investeren in een goede band met het kind. Regelmatig lichaamscontact door te aaien, te knuffelen of tegen elkaar aan te zitten, zorgt ervoor dat jullie allebei oxytocine aanmaken. Daardoor versterkt de band en het vertrouwen. Hoe dat precies in zijn werk gaan kun je lezen op Wikipedia.

Er zijn pleegkinderen die niet aangeraakt willen worden. Bouw het lichaamscontact dan heel langzaam op, door te beginnen met een hand vast te houden of te aaien. Je mag misschien ook een voetmassage geven of het kind over zijn rug wrijven terwijl het in een dekentje is ingepakt.

Luister naar het kind

Luister goed naar je pleegkind en doe je best om aan de behoeften van het kind tegemoet te komen. Als het kind (in jouw ogen) onredelijke wensen heeft, kun je nog steeds in verbinding blijven met hem of haar. Dit doe je door te laten horen dat je begrepen hebt wat het kind wil en uit te leggen waarom je er niet aan tegemoet kunt komen. Bij een jong kind dat nog niet kan praten, doe je hetzelfde door goed te observeren en de signalen van het kind te leren herkennen. Je kunt het kind babygebaren aanleren, waardoor het gemakkelijker kan uitdrukken wat het wil.

Een voorbeeld: ‘Ik hoor het, je wilt nog een koekje en je wilt dat echt heel erg graag. Morgen na school krijg jij weer een koekje. Nu niet, want anders heb je straks geen honger voor het avondeten.’

Een kind dat zich gehoord en gezien voelt door jou, gaat je (op den duur) vertrouwen. Dit is wat in pleegoudercursussen over hechting bedoeld wordt met sensitief en responsief reageren. Het is eveneens de basis van een traumasensitieve opvoeding.

Wees betrouwbaar

Wees zo eerlijk mogelijk en kom je beloften na. Stuur je pleegkind nooit met een kluitje in het riet. Maak geen loze beloften, vaak kennen ze die maar al te goed van hun ouders. Als je iets niet zeker weet, zeg dat dan. Een goede zin is: ‘Ik kan het nu niet beloven, ik wil het even uitzoeken (bespreken of over nadenken) en kom er dan op terug.’

Als je iets beloofd hebt, dan moet je dat ook uitvoeren. Als we terugkeren naar het voorbeeld hierboven, dan moet je de volgende dag na school een koekje geven. Je kunt het koekje dan niet ‘afnemen’, omdat het kind bijvoorbeeld zijn lunch niet opgegeten heeft.

Pleegkinderen hebben vaak hele goede voelsprieten, ze kunnen je stemming haarfijn aanvoelen. Verberg daarom je gevoelens niet voor hen. Zeg eerlijk dat je moe en chagrijnig bent, moeite hebt om je geduld te bewaren of dat je even de kamer uitgaat omdat je erg boos bent.

Ben je iets vergeten of heb je een stommiteit begaan, geef dat dan eerlijk toe en maak het goed met je pleegkind.

Wees duidelijk over je verwachtingen. Je pleegkind kan niet in je hoofd kijken en moet alle regels, afspraken en waarden van jouw gezin nog leren. Geef rustig aan welk gedrag je verwacht en waarom. Als in jouw gezin consequenties verbonden zijn aan het niet naleven van bepaalde regels of afspraken, kondig die dan vooraf aan. Op die manier word je transparant en dus voorspelbaar en betrouwbaar.

Wees voorspelbaar

Ik weet dat ik het tot vervelens toe herhaal, maar pleegkinderen voelen zich pas veilig als hun leven voorspelbaar wordt. Dan pas kunnen ze tot rust komen. Lees daarover meer in dit blog: ‘Voorspelbaarheid, daar houden pleegkinderen van.’

Goede moed

Een kind dat in zijn vertrouwen beschaamd is, zal niet gemakkelijk opnieuw leren vertrouwen. Het is een werk van lange adem. Als een pleegkind echter leert dat zijn pleegouders te vertrouwen zijn, voelt het zich veilig. En vanuit dat vertrouwen en die veiligheid kan het verder ontwikkelen. Goede moed en good luck.

Meer lezen over hechting? Lees dan ook: